22 april 2016 was een mijlpaal voor de wereld. Die dag ondertekenden afgevaardigden van de internationale gemeenschap het eerste universele, juridisch bindende wereldwijde klimaatverdrag: het Akkoord van Parijs. Een jaar later maakte President Trump een einde aan de euforie. Niet alleen trok hij de Verenigde Staten terug uit het verdrag, hij maakte 80 milieuwetten ongedaan en voerde wetgeving door om meer fossiele brandstoffen te winnen. Zonder leiderschap en medewerking van de grootste economie en de op één na grootste vervuiler, leek eensgezindheid ten einde. Maar het verhaal kreeg een wending.
Want nadat de VS op nationaal niveau stopte met beschermen van het milieu, gingen Amerikanen door. Talloze bedrijven, steden en staten in de VS bleven aan een duurzame toekomst werken. Californië, de op vijf na grootste economie van de wereld, lanceerde zeer ambitieuze plannen. Het voerde wetgeving door waarin de staat beloofde emissies tot 2030 met 40 procent te reduceren. En in 2018 maakte de staat bekend om in 2045 100 procent duurzame energie te willen opwekken. Als het beleid van Californië iets duidelijk maakt, dan is dat de ambitie om het ‘goede te doen’ een sterkere driver kan zijn dan ‘winst maken’. Dat er mensen en groepen zijn die een eigen koers varen op basis van de wens om goed te doen – en dat heel te goed doen. Wanneer je op die manier naar de wereld kijkt, ontdek je talloze organisaties, afdelingen, teams en professionals die geïnspireerd zijn om goed te doen en impact willen maken.
“Goed doen en dat heel goed doen”
In 2019 groeit Business for Good van enkele voorvechters tot een steeds bredere beweging. De Inspirerende 40 laat steeds meer voorbeelden zien. Er komen nieuwe, idealistische startups waarvan sommige verrassend snel groeien. Steeds meer grote, traditionele organisaties omarmen ambitieuze initiatieven om een transitie door te maken. Er zijn talloze redenen voor deze transformatie, maar de kern is vaak een verandering van idee: dat de samenleving er niet is voor bedrijven, maar bedrijven er zijn voor de samenleving. Dat wordt het nieuwe normaal.
Het begon in 2015
De behoefte van mensen aan organisaties die ‘goed doen’, zagen we voor het eerst zeer duidelijk in 2015. Toen werd de maatschappelijke rol van organisaties een doorslaggevend kenmerk van inspirerende organisaties. Tony’s Chocolonely, Dopper en Tesla braken door en gaven de beweging een gezicht. Ze ontstonden vanuit de ambitie een markt te veranderen, omdat het zo niet langer kon.
Om dat doel te bereiken, legden ze zichzelf de verplichting op met de beste producten en oplossingen te komen. En ze slaagden. Omdat deze missie medewerkers inspireerde om niet voor managers te werken, maar met een gedeelde ambitie. Medewerkers werkten hier niet in hun organisatie, maar aan hun organisatie. Dat maakte een enorm verschil in creativiteit en leverde veel meer energie op.
Bij medewerkers en klanten raakten deze voorvechters de diepe behoefte om een verschil te maken, om impact te hebben. Ze boden perspectief voor maatschappelijke vraagstukken die steeds duidelijker zichtbaar werden. Ze bewezen dat relatief kleine groepen mensen een enorme impact kunnen hebben, als ze werken voor het goede en hiervoor ‘business’ maken.
De beweging schaalt op in 2019
Dit jaar groeit de beweging verder. De voorbeelden uit het verleden worden talrijker. De eerste werknemers bij deze impactorganisaties, mensen die gewend zijn geraakt om op deze manier te werken, verlaten de organisaties en nemen hun principes mee. Ze starten nieuwe organisaties of introduceren ze in andere. Millennials en ervaren ondernemers startten nieuwe ideële, puur purposegedreven startups, waarvan sommige hard groeien. Tot slot maken traditioneel financieel gedreven organisaties een slag. Verborgen voor de buitenwereld zijn er talloze initiatieven, op afdelingsniveau en in teams. De energie is voelbaar, iedereen kan het verschil maken.
De beweging krijgt geloofwaardigheid met initiatieven van grote bedrijven zoals Unilever, DSM, Danone en IKEA en leiders zoals Paul Polman en Feike Sijbesma. Zij plaatsen hun organisatie niet boven de samenleving, maar maken het er bewust onderdeel van. Ze creëren business door zich te richten op maatschappelijke vraagstukken en hier oplossingen voor te creëren. De overname van De Vegetarische Slager door Unilever is slechts het begin. Deze wisselwerking wordt voor Unilever een ‘aanjager voor maatschappelijke vernieuwing en innovatie’. Van purpose naar impact. Zo groeit de beweging van Business for Good.
Lees het Business for Good Trendrapport om meer te weten te komen over Business for Good.