Wat is Business for Good?

22 april 2016 was een mijlpaal voor de wereld. Die dag ondertekenden afgevaardigden van de internationale gemeenschap het eerste universele, juridisch bindende wereldwijde klimaatverdrag: het Akkoord van Parijs. Een jaar later maakte President Trump een einde aan de euforie. Niet alleen trok hij de Verenigde Staten terug uit het verdrag, hij maakte 80 milieuwetten ongedaan en voerde wetgeving door om meer fossiele brandstoffen te winnen. Zonder leiderschap en medewerking van de grootste economie en de op één na grootste vervuiler, leek eensgezindheid ten einde. Maar het verhaal kreeg een wending.

Want nadat de VS op nationaal niveau stopte met beschermen van het milieu, gingen Amerikanen door. Talloze bedrijven, steden en staten in de VS bleven aan een duurzame toekomst werken. Californië, de op vijf na grootste economie van de wereld, lanceerde zeer ambitieuze plannen. Het voerde wetgeving door waarin de staat beloofde emissies tot 2030 met 40 procent te reduceren. En in 2018 maakte de staat bekend om in 2045 100 procent duurzame energie te willen opwekken. Als het beleid van Californië iets duidelijk maakt, dan is dat de ambitie om het ‘goede te doen’ een sterkere driver kan zijn dan ‘winst maken’. Dat er mensen en groepen zijn die een eigen koers varen op basis van de wens om goed te doen – en dat heel te goed doen. Wanneer je op die manier naar de wereld kijkt, ontdek je talloze organisaties, afdelingen, teams en professionals die geïnspireerd zijn om goed te doen en impact willen maken.

“Goed doen en dat heel goed doen”

In 2019 groeit Business for Good van enkele voorvechters tot een steeds bredere beweging. De Inspirerende 40 laat steeds meer voorbeelden zien. Er komen nieuwe, idealistische startups waarvan sommige verrassend snel groeien. Steeds meer grote, traditionele organisaties omarmen ambitieuze initiatieven om een transitie door te maken. Er zijn talloze redenen voor deze transformatie, maar de kern is vaak een verandering van idee: dat de samenleving er niet is voor bedrijven, maar bedrijven er zijn voor de samenleving. Dat wordt het nieuwe normaal.

Het begon in 2015

De behoefte van mensen aan organisaties die ‘goed doen’, zagen we voor het eerst zeer duidelijk in 2015. Toen werd de maatschappelijke rol van organisaties een doorslaggevend kenmerk van inspirerende organisaties. Tony’s Chocolonely, Dopper en Tesla braken door en gaven de beweging een gezicht. Ze ontstonden vanuit de ambitie een markt te veranderen, omdat het zo niet langer kon.

Om dat doel te bereiken, legden ze zichzelf de verplichting op met de beste producten en oplossingen te komen. En ze slaagden. Omdat deze missie medewerkers inspireerde om niet voor managers te werken, maar met een gedeelde ambitie. Medewerkers werkten hier niet in hun organisatie, maar aan hun organisatie. Dat maakte een enorm verschil in creativiteit en leverde veel meer energie op.

Bij medewerkers en klanten raakten deze voorvechters de diepe behoefte om een verschil te maken, om impact te hebben. Ze boden perspectief voor maatschappelijke vraagstukken die steeds duidelijker zichtbaar werden. Ze bewezen dat relatief kleine groepen mensen een enorme impact kunnen hebben, als ze werken voor het goede en hiervoor ‘business’ maken.

De beweging schaalt op in 2019

Dit jaar groeit de beweging verder. De voorbeelden uit het verleden worden talrijker. De eerste werknemers bij deze impactorganisaties, mensen die gewend zijn geraakt om op deze manier te werken, verlaten de organisaties en nemen hun principes mee. Ze starten nieuwe organisaties of introduceren ze in andere. Millennials en ervaren ondernemers startten nieuwe ideële, puur purposegedreven startups, waarvan sommige hard groeien. Tot slot maken traditioneel financieel gedreven organisaties een slag. Verborgen voor de buitenwereld zijn er talloze initiatieven, op afdelingsniveau en in teams. De energie is voelbaar, iedereen kan het verschil maken.

De beweging krijgt geloofwaardigheid met initiatieven van grote bedrijven zoals Unilever, DSM, Danone en IKEA en leiders zoals Paul Polman en Feike Sijbesma. Zij plaatsen hun organisatie niet boven de samenleving, maar maken het er bewust onderdeel van. Ze creëren business door zich te richten op maatschappelijke vraagstukken en hier oplossingen voor te creëren. De overname van De Vegetarische Slager door Unilever is slechts het begin. Deze wisselwerking wordt voor Unilever een ‘aanjager voor maatschappelijke vernieuwing en innovatie’. Van purpose naar impact. Zo groeit de beweging van Business for Good.

Lees het Business for Good Trendrapport om meer te weten te komen over Business for Good.

 


Van aaibaar naar massaproductie: hoe doe je dat?

Seepje. Het klinkt al lief. Als een kind van drie dat het woord ‘zeep’ leert uitspreken. Lief is het bedrijf ook, op alle fronten. In hun net nieuwe pand aan de Mauritskade in Den Haag spreken we Jasper Gabriëlse, een van de oprichters. Het kantoor ademt een en al vrolijkheid uit. Met z’n twaalven hebben de Seepje-collega’s in ieder geval erg veel plezier. Hierachter schuilt echter een serieuze gedachte en een grote ambitie om een verandering te realiseren.

Waarom kunnen zij het wel?

Met Melvin Loggies richtte Jasper zes jaar geleden Seepje op, nadat zij op televisie zagen hoe mensen in Nepal hun kleren wasten met schillen van de Sapindus mukorossi-vrucht. Deze zeepnoot bevat saponine, een natuurlijke vorm van zeep. ‘Hoe kan het dat zij hun kleding, die prachtige kleuren heeft, op deze manier schoon krijgen, terwijl wij daar in het westen allerlei synthetische middelen voor nodig hebben?’ vroegen Jasper en Melvin zich af. ‘En hoe mooi zou het zijn als we dat in Europa ook zouden gaan doen?’ Via Google zocht het duo naar een leverancier van deze schillen en zo vonden ze Hari. Ze hadden geen geld om naar Nepal te gaan, dus werd de hele deal via e-mail beklonken. Studiefinanciering werd bij elkaar geschraapt om een pallet van 500 kg (minder mocht niet) naar Nederland te halen. Hier werden de moeders aan het werk gezet om de schillen te testen. In het begin voelde het vreemd om met schillen te wassen, maar het werd volgens de maatstaven van de moeders wel goed schoon. De ‘user acceptance test’ was geslaagd.

Het eerste babystapje naar groei: het verhaal delen

Vanuit zijn studie bedrijfskunde wist Jasper goed hoe een businessplan te schrijven. Eén van de eerste strategische keuzes was om de schillen niet via het geijkte kanaal, de supermarkten, aan te bieden. Op het schap zou het lastiger zijn om het verhaal van Seepje te vertellen. Dus werden de eerste schillen via cadeau- en wereldwinkels aangeboden, waar verkopers de tijd nemen om de unieke kwaliteiten van de schillen uit te leggen. Toch bleef het voor de meeste mensen vreemd om de was te doen met schillen. ‘We konden eindeloos proberen om mensen te overtuigen dat het heel normaal is om met schillen te wassen, maar het leek ons beter om het product aan te passen naar wat mensen gewend zijn’. Zo besloten Melvin en Jasper om uit de schillen een extract te maken als basis voor vloeibaar wasmiddel.

Nee joh, dat gebeurt nooit…

Het kostte enige moeite om de juiste formule te vinden dat aan hun kwaliteitseisen voldeed. In hun ‘washok’ aan de Binkhorst in Den Haag maakte Melvin persoonlijk een vloeibaar extract van de schillen middels een kook- en filterproces. Het was gelukt!
Op het moment dat Jasper en Melvin klaarstonden met de champagne, bereikte hen een verschrikkelijk bericht. Een zware aardbeving had Nepal getroffen. Ze stuurden Hari direct een berichtje hoe het met hem ging. Hij kon op dat moment zijn familie en medewerkers niet vinden. ‘Dat was voor ons geen moment voor een feestje, maar voor actie. Binnen korte tijd zetten we een crowdfunding-actie op waarmee we geld inzamelden voor het dorp van Hari. We haalden 30.000 euro op. Het was nog niet eens zo makkelijk om dat geld daar te krijgen. Het specifieke dorp van Hari werd niet door de grote hulporganisaties bediend. Gelukkig kwamen met hulp van een bevriend bedrijf geld en goederen op de juiste plek.’
De ramp zette hen aan het denken. Ze wilden een single source leverancier om samen te groeien. Dat vereenvoudigt volledige transparantie, onderdeel van een fairtrade audit. Investeerders waarschuwden al eerder voor de risico’s hiervan… stel nou dat er bijvoorbeeld een aardbeving plaatsvindt? Tot dan was de gedachte nog dat dit ‘natuurlijk nooit zou gebeuren’. Na deze ramp werd besloten om een tweede leverancier te vinden in India, zonder in te boeten op transparantie en fairtrade.

Niet alleen duurzaamheid

Seepje biedt een duurzaam alternatief voor synthetische (af-) wasmiddelen. Daar stopt het niet bij. Bij iedere stap in hun proces kiest men voor een maatschappelijk doel. Om die reden werken ze met een beperkt aantal schillenleveranciers, om zo echt impact te maken voor een dorp. Transport gaat via de boot, niet per vliegtuig, flesjes zijn gemaakt van 97 procent gerecycled plastic en de wikkels worden in sociale werkplaatsen verwerkt. Ook de schillen worden daar verpakt. Het gaat niet om zelf meer geld verdienen, maar om het verlagen van het gebruik van synthetische middelen. Hun investeerder investeert ook enkel in social enterprises en denkt hetzelfde. Zuiver in Business for Good dus.

Opgenomen in de ‘Ones to Watch’

Via social media timmerde Seepje hard aan de weg om ambassadeurs te vinden. Het lukte, Seepje werd populairder. Dat leidde vorig jaar tot een plek in de Inspirerende 40. Nog te onbekend om ‘de kiesdrempel’ van tien procent bekendheid te halen, werd Seepje nummer 1 in de ‘Ones to watch’. Ahold kreeg Seepje echter in het vizier en zocht contact. De retailer vond de propositie dusdanig uniek dat ze de samenwerking aangingen en zo werd een volgende stap gezet naar serieuze groei. Concurrentie met giganten als Procter & Gamble en Henkel vraagt om schaal. Jasper gelooft in een sterke partner in ieder Europees land. Zo zijn ze al actief in Duitsland, Frankrijk en timmeren ze aan de weg in Engeland.

Tijd om het echt groot te maken

Met het bewijs van de Inspirerende 40 pitchte Jasper voor de Postcodeloterij. ‘Hoe mooi zou het zijn als de Postcodeloterij Seepje aan winnaars zou sturen?’ Win-win: voor de Postcodeloterij een mooi product, voor Seepje een goede klant en de manier om de producten met het verhaal en in een prachtige geschenkdoos bij heel veel mensen thuis te krijgen. Recent voegde online supermarkt Picnic de producten aan het assortiment toe.
Grote stappen, maar is het genoeg? Melvin haalt in het ‘Washok’ aan de Binkhorst nog steeds het extract uit de schillen. Er zijn stappen gezet om dit in Nepal te doen en de schillen voor verscheping tot poeder te verwerken. Dat is goed voor de bevolking en bespaart CO2. Het creëert tijd voor research en development.

In 2019 is Seepje één van de hoogst scorende purposegedreven organisaties. Bekendheid is de grootste uitdaging. Die steeg naar acht procent. Goed, maar nog niet genoeg. Het is tijd om door te pakken en bij de grote jongens te horen. De tijd van lief en klein is voorbij. ‘Volgend jaar willen we onze omzet bij Albert Heijn verdubbelen.’ Lukt dat, dan groeit ook de bekendheid en staat Seepje in 2020 in de Inspirerende 40. Op naar de toekomst van aaibare massaproductie.


dit zijn de Inspirerende 40 van 2018!

Op donderdag 22 november 2018 zagen we wie de meest inspirerende organisaties van 2018 zijn volgens Nederlanders. Vanuit de Werkspoorkathedraal in Utrecht zagen we dat IKEA opnieuw de nummer 1 is in De Inspirerende 40. Gevolgd door Tesla. Tesla won de Inspire2Impact-award, omdat dit de eerste organisatie is die vijf jaar op rij in de top 3 voorkomt. Tesla is bovendien de meest inspirerende organisatie onder Millennials – zo bleek uit de nieuwe Millennial-editie, die dit jaar aan de Inspirerende 40 werd toegevoegd.

Business for Good

Opvallende nieuwkomers zijn Fairtrade Original, dat zich vernieuwde van keurmerk naar foodmerk en De Vegetarische Slager. Ook Dove, The Body Shop en Netflix zijn nieuw in de top 40. De snelste stijgers zijn Dille & Kamille, WNF en Picnic. De organisaties die het meeste verloren aan inspiratiewaarde zijn BMW, Mercedes, KLM en Eneco. De reden hiervoor is dat deze merken, met uitzondering van Eneco, zich vooral richten op de directe beleving van hun producten, terwijl een goede klantbeleving veel meer omvat dan alleen de productbeleving.

Jelmer van der Meulen, consumenten- en organisatiepsycholoog en partner bij Synergie: “Het centrale thema dit jaar is Business for Good; de ambitie om vanuit organisaties de wereld positief te veranderen. Hoe belangrijk we dat in Nederland vinden, is dit jaar nog duidelijker zichtbaar geworden in de top 40. Inspirerende organisaties werken vanuit win-win: zij doen het goede en doen dat ook goed. Ikea is daar een schoolvoorbeeld van. Ze bewijzen dat duurzaamheid geen effect hoeft te hebben op de prijs of design.”

Download hier de volledige uitgave van De Inspirerende 40 2018

 

 


welk reisbedrijf heeft een missie?

Dit artikel verscheen eerder op reismanagementclub.nl en is geschreven door Theo de Reus.

Waarom inspireren reisbestemmingen wel, maar reisorganisaties nog niet? Dat is de prikkelende stelling van Joris van Zoelen, een van de sprekers op het ANVR-congres in Portugal, van 15 tot en met 18 november. Van Zoelen is partner en organisatiestrateeg bij Synergie. Samen met Zita Schellekens (Heineken) vertelt hij in Portugal hoe reisorganisaties succesvol kunnen bouwen vanuit purpose. Hier is alvast een preview.

Wat versta je onder purpose in het bedrijfsleven?

‘De meest eenvoudige definitie is: je reden van bestaan. Of concreter: de meerwaarde die een organisatie heeft in het leven van mensen. Met als cruciale voorwaarde dat het de mensen in een organisatie in beweging brengt. Purpose gaat in de kern over betekenis en beweging. De betekenis die je wilt hebben en de beweging die daar voor nodig is. Soms is de purpose gelijk aan de maatschappelijke missie. Zoals DSM zich inzet voor het oplossen van het wereldvoedselprobleem, Tesla vecht vóór mobiliteit die niet vervuilt en Dopper knokt tegen wegwerpplastic. Maar een purpose kan ook gericht zijn op het oplossen van een onvervulde behoefte in de markt. We zien dat de Why van een organisatie veel effect heeft als er een gevoel van ‘recht’ aan wordt ontleend. IKEA vindt dat iedereen recht heeft op een aangenaam thuis, Hunkemöller vindt dat iedere vrouw het recht heeft om zich sterk en goed te voelen en Patagonia staat voor het recht om energie op te doen in de natuur.’

Een kwestie van een goed imago opbouwen?

‘Purpose staat of valt met authenticiteit. Het gaat mis als het purpose-marketing wordt. Organisaties die echt knokken voor de betekenis die zij willen hebben, zijn ook bereid de ‘pijn’ te pakken die bij die ‘strijd’ hoort. Het gaat erom dat je laat zien waar je voor staat, ook als het lastig is. Het jeansmerk Kuyichi (onder andere bekend van Floortje Dessing) is een mooi voorbeeld. Het bedrijf is voorvechter van ecologisch verantwoorde jeans, lang voordat de mainstream dat oppakte. Of Tony’s Chocolonely, die pas na 10 jaar de bizarre groeicurve creëerde waardoor iedereen het merk nu kent.’

Is purpose een manier om meer geld te verdienen?

‘Als een organisatie op zoek gaat naar de eigen purpose omdat er geld mee te verdienen is, staat de authenticiteit vaak op de tocht. Tegelijkertijd zijn de cijfers meer dan de moeite waard. Organisaties met een purpose hebben een groter marktvertrouwen, aanzienlijk productievere medewerkers en een overtuigend beter rendement.’

Hoe staat het met purpose binnen de reisbranche?

‘Binnen de reisbranche groeit het denken en werken vanuit purpose ook. Bekende voorbeelden als Riksja, Askja en SNP Natuurreizen werken op basis van de betekenis die zij willen hebben. Maar ook reisgigant TUI heeft een inspirerende Why. Voor de Jong Intra hebben we recent de eerste fase van hun purpose-ontdekking afgerond. Daar zie je nu al medewerkers vol passie vooruit schieten.
Binnen de reisbranche valt op dat ‘reisbestemmingen inspireren, maar reisbedrijven nog niet’. Een kenmerk van een sterk productgerichte sector. Daarmee doen veel organisaties zichzelf tekort. Als de bestemming de held is, wat is dan de waarde van de organisatie die het voor je regelt? Je ziet dat vrijwel elke organisatie vastzit in de ‘commodity trap’: de negatieve spiraal waarin de marge alleen maar krimpt. Meer bestemmingen met nog mooiere stranden is dan niet het antwoord. Niet op de klantenmarkt en al helemaal niet op de arbeidsmarkt. Dat er met zo’n mooi product relatief weinig wordt verdiend is een appél om kritisch te kijken naar de toegevoegde waarde van reisbedrijven en op zoek te gaan naar de meerwaarde in het leven van mensen.


het einde van de collectieve naïviteit

Nieuwe stroming in de maatschappij en in bedrijven

Veroorzaakt door het internet en social media weten we veel meer van alles wat er in de wereld gebeurt. Met wifi en een smart phone hebben we op elk moment de beschikking over meer informatie dan elk kabinet, inclusief alle ministeries in het pre-internettijdperk. We worden niet alleen bewuster, maar ook actiever. Vliegen wordt een thema, we roeren ons als de Albert Heijn met plastic gevulde hamsterbollies lanceert en maken via Follow This een vuist voor een duurzaam Shell. We kennen de wereld, de vraagstukken en de effecten van onze manier van leven daarop. De tendens is duidelijk: wegkijken is er niet meer bij. Niet meer in de maatschappij en (straks) ook niet meer in de boardroom.

Spiegel van het maatschappelijk sentiment

De mode is vaak, net als de popcultuur, een mooie spiegel van het maatschappelijk sentiment. En daar zien we: maatschappelijk bewustzijn is hot. Grote logo’s en prints op kleding, protestmarsen in reclamecampagnes over gelijkheid, het klimaat, de Trump-regering en feminisme zijn geen uitzondering. Afgelopen maand schreef modemagazine Vogue: ‘De mode is in decennia niet zo woke geweest’. Het online woordenboek van Merriam-Webster legt het even uit: ooit een Afrikaans-Amerikaanse term voor sociale rechtvaardigheid staat woke tegenwoordig voor sociaal bewustzijn, weten wat er aan de hand is in de maatschappij. En waar veel modehuizen de thema’s symbolisch oppakken, begaf Nike zich recent nog een stukje verder op het terrein van het maatschappelijke debat. De campagne met voormalig quarterback Colin Kaepernick in de hoofdrol is niemand ontgaan. We zijn bewuster én activistischer dan ooit.

Maatschappelijk protest staat centraal in de Gucci-herfstcampagne ‘Dans les Rues’

Einde van de collectieve naïviteit

We zijn aan het einde gekomen van de maatschappelijke naïviteit en ons bewuster dan ooit van wat er speelt in de wereld om ons heen. Ongelijkheid, oorlogen, milieuvraagstukken… het was niet dat die in het verleden niet speelden, maar het bleef meer op afstand en was minder gecompliceerd. Bij de Golfoorlog in de jaren 90 was één filmpje van een huilende verpleegster in Koeweit genoeg om de harten van de Amerikanen te winnen en achter een militair ingrijpen te scharen. En hoewel we daar misschien nog een link met olie zagen, legden we zeker geen link met ons eigen gedrag.

De komst van internet en vooral van social media heeft dat definitief veranderd. We weten veel meer. We weten niet alleen de prijs van een vliegticket, maar kennen ook de prijs van een vlucht voor het milieu. We zien de plastic soep – misschien niet tijdens een dagje strand in de Noordzee, maar via talloze beelden wel in de oceanen. We kijken niet meer weg. Het leeft niet alleen onder hipsters en millennials, we worden ons collectief bewuster van onze verantwoordelijkheid. En laten onze stem horen. In collectieven als Follow This – om Shell te bewegen tot verduurzaming. Via social media om Albert Heijn te laten weten dat we geen hamsterbollies willen. En de voorbeelden nemen in hard tempo toe.

Ook organisaties moeten van hun eiland af

We staan pas aan het begin van dit nieuwe collectieve bewustzijn en verantwoordelijkheidsbesef. Maar waar de maatschappij de naïviteit al behoorlijk voorbij is, is het bedrijfsleven zich er nog minder bewust van. Hoewel de betekeniseconomie, de Why, en purpose er goed ingeburgerd zijn, leven veel organisaties nog steeds op de eilanden die ‘markt’ of ‘sector’ heten en waarin een eigen werkelijkheid geldt. Dat wordt in de toekomst echt anders. Iedere organisatie zal zich moeten afvragen waar hij staat. Niet in de markt, maar in de maatschappij. Op 22 november gaan we bij de lancering van de Inspirerende 40 2018 zien dat de organisaties die dát doen, eindigen in de top van de ranking. Dat zijn de organisaties die medewerkers weten te inspireren tot actie. En de markt weten te inspireren tot reactie. De hele werkelijkheid onder ogen zien… het begint al normaal te worden in de maatschappij, in de toekomst is het ook de tendens in de boardrooms.


stick to the brick

de comeback van LEGO

Wie aan Billund denkt, denkt direct aan The Capital of Children. Met deze ambitie heeft LEGO een belangrijke stap gezet met haar 12.000 m2 opgezette LEGO House in het hart van het Deense stadje. Architect Bjarke Ingels noemt het LEGO House “de letterlijke manifestatie van de oneindige mogelijkheden van de LEGO-steen. Door planmatig de creativiteit van kinderen van alle leeftijden te versterken met gereedschap om je eigen wereld te creëren door te spelen. Het gaat om mensen in staat stellen hun wereld voor te stellen op een wijze die meer inspireert en energie geeft dan de status quo”. In het LEGO House is het resultaat van een grotere koerswijziging. Begin 2000 leek LEGO ten onder te gaan in een wereld die ver van de oorspronkelijke steen afdreef. Stick to the brick..het bedrijf is weer uitgekomen bij zijn oorsprong.

LEGO toont aan dat met de disruptie van de status quo krachten kan mobiliseren* die het merk duurzaam op de kaart zet. Er zijn twee lessen op te maken uit deze opmerkelijke come back van dit iconische merk:

Purpose is key

Begin 2000 leek LEGO ten onder te gaan in een wereld die kids onderdompelde met elektronisch speelgoed, videogames en verleidelijke internetuitdagingen. Bovendien liep het patent van de LEGO-steen teneinde. Het toenmalig management zag de steen als de grootste barrière voor een vruchtbare toekomst. Wie speelt in deze tijd met blokjes? En dus werd de aandacht voor het kernproduct ingeruild voor nieuwe avonturen. Volop investeerde men in LEGOland-pretparken, nieuwe licenties met bijzondere karakters uit de Disney-stal, nieuwe (food)retail en dook men in merchandising. Noodzakelijke ontwikkelingen dacht men, maar met initiatieven die mijlenver af stonden van haar oorspronkelijke purpose: To inspire and develop the builders of tomorrow. In 2008 was het CEO Jurgen Vig Knudstorp, die zag dat het fundamentele geloof van oprichter Kirk was opgedroogd, vervaagd en geen deel meer was van de ziel van het bedrijf. LEGO is een systeem van spelen, een spelvorm dat leren door te spelen activeert. Daarmee levert LEGO in het leven van ontwikkeling van kinderen die vaardigheden, die ze sterker en succesvoller te maken. Een vitaal onderdeel van ontwikkelen en het welzijn van jonge mensen, dat maakt LEGO duurzaam, uniek en relevant. Hét fundament voor een inspirerende come back is gelegd. Die oorsprong is opnieuw de sturende kompas voor richting en besluitvorming. Met het LEGO House als het nieuwe gemeentehuis in de ‘capital of children’. In Billund en geen Londen of New York.

Júist de terugkeer naar de oorsprong inspireert de organisatie tot vernieuwing. We zien het onder andere in het LEGO House. Het huis, gevestigd op de plek van het voormalige gemeentehuis, kent vier speelzones. Elke zone staat voor een eigen domein: de rode stimuleert de creativiteit, in de blauwe komen de cognitieve vaardigheden aan de beurt, in de groene de sociale competenties en in de gele zone de emotionele. Het zijn uitdagende, interactieve ruimtes die de ziel, waarden en de purpose van LEGO omarmen. Tot in detail perfect uitgevoerd volgens het mantra van oprichter Kirk Cristiansen: Alleen het beste is goed genoeg. De nieuwste technieken zoals Artificial Intelligence, levensgrote LEGO-beelden en het opvallende design van toparchitect Bjarke Ingels (o.a. Google’s hoofdkantoor, nieuwe World Trade Center) maakt dit huis tot unieke ervaring.

 

co-creatie met fans

In 2032 verwacht LEGO 300 miljoen kinderen wereldwijd te laten spelen met de bekende stenen. In 2005 is daarvoor de basis gelegd door de meest gepassioneerde fans actief op te zoeken; de zgn. AFOL’s (Adult Fans of LEGO). De fans werden voortaan niet alleen uitgenodigd bij evenementen als Brickworld, maar vooral uitgenodigd om mee te creëren. Zo zag LEGO@ideas het levenslicht, een platform waar voortdurende crowdsourcing competitie plaatsvindt. Jong en oud kan hier zijn ideeën delen en bij 10.000 likes gaat het betreffende model in productie. Waarbij de ontwerper één procent van de netto verkopen op zijn of haar bankrekening bijgeschreven krijgt. De LEGO-community is een van de strategische pijlers van het succes van het merk. Onder de AFOL’s community ‘hangt’ weer een netwerk van 300 groepen van ambassadeurs en Rebrickable geeft je gratis bouwinstructies van duizenden door fans gecreëerde MOC’s (‘my own creation’). En kijk je in de LEGO-encyclopedie Brickipedia dan vind je een passende naam van jouw creatie. De nieuwe betrokkenheid brengt LEGO niet alleen een positief gevoel, maar bovendien de producten die jaarlijks 25 tot 30 procent van de verkopen uitmaken. De nieuwe digitale kanalen zorgen ervoor dat na 60 jaar de ‘steen met de acht noppen’ niet meer weg te denken is in het leven van kinderen in alle leeftijden.

Leestip: Brick by Brick: How LEGO Rewrote the Rules of Innovation and Conquered the Global Toy Industry Paperback – June 24, 2014. David Robertson


voortdurend in bèta, inzichten achter de Inspirerende 40 in 2017

In 2017 combineren de meest inspirerende organisaties vier unieke eigenschappen. Ondanks de focus op hun eigen ‘purpose’, zijn ze klantgericht. Ondanks hun omvang zijn ze in beweging. Dankzij hun omvang creëren ze impact. Door hun omvang ontwikkelen ze niet alleen nieuwe innovaties, maar kunnen ze met technologie de impact hiervan vergroten. Opvallend: het zijn grote, bekende, oudere organisaties die weten te verrassen en inspireren.

‘Groot is dood, klein is fijn.’ Ricardo Semlers voorspelling in 2014 was duidelijk. Lang leek hij gelijk te hebben. Kleine organisaties zijn flexibeler, wendbaarder. In een ‘VUCA’ (Volatile, Uncertain, Complex en Ambiguous) wereld passen zij zich sneller aan aan hun omgeving. De Inspirerende 40 van 2017 geeft reden om te twijfelen aan Semlers stelligheid. Grote organisaties domineren de top 3: IKEA, Tesla en Apple. Grote organisaties winnen aan inspiratiewaarde: Nike en BMW. Alle gebruiken technologie om de impact van oplossingen groter te maken. Groot en technologisch op zichzelf zijn nog geen garantie op inspiratie. Zo verliezen Samsung, Adidas en Google juist aan inspiratiewaarde. Groot en technologisch worden inspirerend wanneer ze worden gecombineerd met de drive om betekenisvol te zijn en inzichten van klanten die nieuwe inspiratie bieden. Visie, organisatie, product en relatie: samen zijn dit de vier pijlers die de inspiratiewaarde van organisaties bepalen. In vergelijking met 2016 is er het één en ander veranderd. Omvang, creativiteit en verrassen zijn belangrijker geworden. Inspirerende organisaties vernieuwen voortdurend ofwel verkeren voortdurend in bèta. De pijlers staan hierna toegelicht.

1 visie: inspirerende organisaties werken vanuit inspiratie

Om te kunnen inspireren, moet je geïnspireerd zijn. Het startpunt van veel inspirerende organisaties is een diepe drijfveer om betekenisvol te zijn voor de omgeving. Organisaties in de Inspirerende 40 werken bewust en
onbewust vanuit een ‘why’. Dit is het meest zichtbaar voor de top 3, zoals ‘een beter bestaan voor zoveel mogelijk mensen creëren’ (IKEA), ‘de komst van elektrisch rijden versnellen’ (Tesla) of ‘technologie democratiseren’ (Apple). Simon Sinek maakte werken vanuit idealen gemeengoed. Zijn TED-toespraak uit 2009 werd online ruim 35 miljoen keer bekeken. Nog veel meer mensen kennen het verhaal. Het succes maakt werken uit ‘believes’ minderonderscheidend. In 2014 werden idealen de belangrijkste eigenschap van inspirerende organisaties. Hoewel dit niet verdwijnt, daalde het belang ervan de afgelopen drie jaar gestaag. Maar hoewel inspirerende organisaties zich hierop wellicht niet onderscheiden, blijven idealen het startpunt om in een voortdurende bèta-fase te komen.

2 organisatie: creëer beweeglijkheid

De tweede eigenschap van inspirerende organisaties ligt in hun organisatie zelf. Ze organiseren beweeglijkheid in hun structuur maar vooral ook in hun cultuur. Daarmee bewijzen ze dat ‘klein organiseren’ niet hetzelfde hoeft te zijn als ‘klein zijn’. Grote organisaties kunnen verrassend wendbaar zijn. In inspirerende organisaties heeft dit vaak te maken met een cultuur waarin fouten maken mag (‘glorieus falen’). Dat klinkt eenvoudig, maar is lastig te organiseren in grote organisaties. Toch slaagt niet alleen Innocent hierin, maar ook IKEA met 155.000 medewerkers. Tegelijk zijn dit organisaties waar iedereen een zekere autonomie heeft. De inspirerende organisaties managen randvoorwaarden en situaties, niet mensen. Mensen worden geleid. Dit bevrijdt. Coolblue hanteert de vuistregel dat alle aandacht die medewerkers aan hun manager geven, aandacht is die zij niet aan de klant kunnen geven. Een verfrissend perspectief.

Anyone can find ideas, but only a person can find the passion to transform it into a succesful business.

Niet alleen cultuur, maar ook structuur is in grote organisaties klein te organiseren. Geef kleine teams duidelijke verantwoordelijkheidsgebieden en het vermogen om keuzes te maken. Bijkomend voordeel van grote organisaties is: er is ook slagkracht. Ook dit lukt steeds meer grote organisaties. Zo maakte Eneco zijn organisatie ‘agile’. Eneco groeide de afgelopen vier jaar structureel in inspiratiewaarde en nadert de Inspirerende 40. Naarmate de ‘why’ meer gaat over het leven van de klanten dan over de categorie, ontstaan er voor medewerkers meer kansen. Zo creëert IKEA al jaren een cultuur van een lerende en bewegende organisatie. IKEA vindt permanent inspiratie in zowel haar ‘why’ als de behoeften van haar klanten en past de organisatie daarop aan.

3 product: smart creativity voor oplossingen met meer impact

Klanten willen geen producten, ze willen oplossingen. Het is een oude, simpele marketingwet. De Inspirerende
40 leveren oplossingen: één why, meerdere oplossingen. Hiervoor combineren ze producten, diensten en services. Technologie vergroot de impact hiervan. Dit verklaart misschien waarom inspiratiewaarde samenhangt met organisatiegrootte: het vraagt slagkracht. Een voorbeeld hiervan is de Philips Sonicare voor kinderen. De meeste ouders kennen het: tanden van kinderen poetsen is ‘gedoe’. Een elektrische tandenborstel verhoogt de kwaliteit misschien, maar de uitdaging om ze aan het poetsen te krijgen, blijft. Philips ontwikkelde de app Sparkly. Deze is via bluetooth gekoppeld aan de tandenborstel. Poetsen levert in de app punten op waarmee het monstertje Sparkly aangekleed kan worden, terwijl het tegelijk uitlegt hoe te poetsen. Philips levert hiermee de leukste coach, een oplossing die schaalbaar is dankzij technologie. Picnic ontsluit zijn totale dienstverlening via één App: je bestelt er én weet precies wanneer de Picnic-bezorger voor je deur staat. Het creëren van deze oplossingen is complex en niet voor elke organisatie haalbaar.Is dit een voorbode van de voorspelling die Yuval Noah Harari deed in ‘Homo Deus’? Hij voorspelde dat technologie het niet langer noodzakelijk maakt om het maximale uit elke medewerker te halen. Enkele mensen kunnen met behulp van technologie realiseren waar eerder velen voor nodig waren. Het is waarschijnlijk te vroeg om dat te stellen. Smart creativity maakt het mogelijk om impact enorm te vergoten. Grote bètaorganisaties doen hiermee de eerste ervaringen op en worden er beter in.

4 relatie: maak klantinteractie structureel onderdeel van je organisatie

Opvallend: alle inspirerende organisaties staan in direct contact met hun klanten. IKEA heeft de eigen winkels,
Tesla zijn platform en verkoopplaatsen en Apple zijn stores, gebruikersfeedback en internetplatforms. De interactie met klanten levert naast leerervaringen ook nieuwe inspiratie op.
Google pakte als een van de eerste bèta op en verheft een softwarefilosofie tot organisatiefilosofie. Andere organisaties volgen. Alles duidt erop dat de bètaorganisatie een zinvol perspectief is in een volatiele, onzekere, chaotische en ambigue (VUCA) wereld. Daarmee ontstaan organisaties die zich continu ontwikkelen en toch zichzelf blijven, die inspireren en geïnspireerd worden, die leren en creëren. Het zijn organisaties die voortdurend in bèta zijn.

Meer achtergrondartikelen van de Inspirerende 40 2017? Download hier het volledige rapport.

 


van USP’s naar Smart Creativity, hoe producten veranderen

Ooit werd in de marketing de afkorting USP vaak gebruikt. Het staat voor Unique Selling Point, het unieke voordeel dat een product, een dienst of een merk te bieden had, de reden om het te kopen en de bron van onderscheid met de concurrentie. Denk aan de zuinigheid van Dreft die de hogere prijs rechtvaardigt (een druppeltje is genoeg voor de hele vaat), denk aan de kreukelzones van Volvo. De USP. Een kraakhelder voordeel vaak functioneel uniek onderscheid, of in kwaliteit of prijs. In een tijd van toenemende pariteit van producten en diensten, en er geen mogelijkheden zijn om het onderscheid doordringend bij doelgroepen te laten landen. Het einde van het USP-denken is bereikt.

Vandaag de dag willen klanten geen producten maar oplossingen: geen betaalrekening maar een Tikkie, een betaalverzoekmethode via whatsapp Geen elektrische tandenborstel maar een met een app die kinderen op een prikkelende wijze leert tandenpoetsen. Zoals Sonicare for kids met Sparkly. Om cadeautjes en nieuwe functies te verdienen. Om betere poetstechnieken te leren, of tips te ontvangen over gezond eten. En IKEA maakt het met de nieuwe Place-app mogelijk om meubels virtueel in je huis te plaatsen en te zien of ze letterlijk en figuurlijk passen.

We zien hier oplossingen, vaak slimme oplossingen, die een combinatie zijn van producten en services. De technologisering biedt nieuwe mogelijkheden om impact bij klanten te vergroten. We noemen dat Smart Creativity. Oplossingen uit een combinatie van technologie én innovatie. Gebaseerd op klantinzichten en passend binnen de missie van een onderneming. De Inspirerende 40 laat zien zien dat het oplossend karakter van product of dienst in belangrijke mate bijdraagt aan de inspiratiewaarde van een organisatie.

De klant op het vizier, in alle lagen van de organisatie

Smart creativity vraagt klantgepassioneerde organisaties. De containerbegrippen als klantoriëntatie / vraaggestuurde organisaties zijn achterhaald en lege hulzen. Organisaties met een focus op het creëren van relevante klantervaringen met behulp van technologie realiseren een groter effect. Deze organisaties in alle lagen van de organisatie de klant op het vizier. Zij begrijpen dat het creëren van Smart Creativity gespecialiseerde vaardigheden vraagt, maar ook medewerkers met vaardigheden in het creëren van oplossingen die aansluiten bij gebruikerservaring van klanten. Zij luisteren actief en betrekken klanten bijv. klantenlabs voor het generen van nieuwe ideeën.

Think it. Buil dit. Ship it. Again.

Think it. Build it. Ship it. Again. Dit gedachtegoed vergt organisaties die continue in beweging zijn. Altijd in bètastand. Om in een uitdagende omgeving te kunnen exploreren en te leren in samenwerking met klanten. In samenwerking met specialisten uit verschillende onderdelen. Niet langer geïsoleerd in eigen disciplines maar juist verweven met anderen. Projecten die datagedreven zijn, iteratief en leiden tot prototyping voor continue evolutie door experimenten van nieuwe ideeën en oplossingen. Met prototypen worden deze nieuwe concepten getest. Mislukken ook nieuwe concepten, maar leren we sneller.

Hoe zijn bedrijven vandaag de dag bezig met Smart Creativity? Wat zijn hun uitdagingen om dit gedachtegoed in hun organisatie een stabiele plek te geven? We vroegen ons gehoor van ca. 110 gasten op De uitreiking van de Inspirerende 40 hun mening. De onderstaande ‘wordle’ geeft de uitdagingen weer: Tijd, Draagvlak, Inspiratie en Mensen en Ruimte!


inspirerende organisaties & leiderschap

Inspirerende organisaties bewegen markten, inspirerende leiders bewegen organisaties

IKEA, Tesla en Apple bewegen markten. Inspirerende leiders bewegen organisaties. Inspireren is te leren, maar vergt andere vaardigheden dan de prestatievaardigheden waarin veel ondernemers en managers zijn geschoold. Hoe breng je ‘inspiratie’ tot leven in organisaties: van strategie en leiderschap tot individuele medewerker? Met Mensen van Inspiratie en de Inspirerende 40 brachten we in kaart hoe mensen en organisaties inspireren. En wie dat doen. De kerninzichten delen we in drie executive ronde bestuurstafels. De wisselwerking tussen executives verdiept de inzichten en helpt deze toe te passen.

Wat kun je verwachten?

Persoonlijke interactie, verdieping en discussie met zes tot acht executives op boardniveau. De sessies over de Inspirerende 40 verdiepen de inzichten achter inspirerende organisaties: wat zijn de vier bouwstenen van inspirerende organisaties? Hoe hangen visie, een voortdurende staat van bèta en ‘smart creativity’ samen? Welke drempels kom je tegen en hoe ga je hiermee om? Wat kun je verwachten in de transformatie en wat zijn voorbeeldcases? De executive ronde tafel over leiderschap gaat over inspirerend leiderschap. Hierin staan de vijf bouwstenen centraal van inspirerende leiders. Middels een quick scan word je uitgedaagd om je persoonlijke inspiratiewaarde te verdiepen en te ontdekken hoe je dit inzet.

Aanmelden?

Op de eventpagina vind je de drie sessies terug en kun je je aanmelden.

 

 

 

 


hoe Vandebron het onmogelijke mogelijk maakte

Vandebron heeft een gedurfde missie: zo snel mogelijk naar honderd procent duurzame energie. Een simpel idee vormde de kern van het businessconcept: ontwikkel een energiemarktplaats waar lokale energiebronnen zelf hun energie verkopen en mensen hun eigen bron kiezen. De directe link tussen consument en producent slaat aan. Sinds 2013 stapten er al meer dan 100.000 huishoudens over naar Vandebron. Ze scharen zich na 3 jaar al onder de 40 meest inspirerende organisaties van Nederland.

‘Iedereen dacht dat het onmogelijk was. Tot iemand kwam die dat niet wist en het deed.’

Deze zin kan bedacht zijn met Vandebron in gedachten. De directe link die ze leggen tussen producent van stroom en consument is talloze keren bedacht. Toch deed niemand er wat mee. Een duurder businessmodel? Of technisch onmogelijk? Er waren outsiders voor nodig om het in 2013 eindelijk mogelijk te maken. Aart van Veller, met Remco Wilcke en Matthijs Guichelaar mede-oprichter, is duidelijk: hij wil oud worden op een leefbare planeet. “Er moet iets veranderen”, zegt hij. “Het huidige energiesysteem werkt niet meer, want het staat de duurzame energietransitie in de weg.” Voor Vandebron is het kopen van groene stroom-certificaten niet zinvol als dat betekent dat er niet ook echt meer groene stroom wordt geproduceerd. Daarom maakten ze een directe koppeling tussen afnemer en producent. En gaven hen een gezicht.

Dat laatste is een belangrijke onderdeel van het succes. De directe link maakt ook dat consumenten bewust kunnen kiezen voor het type bron. Vandebron stopte daar niet. Ze veranderden het businessmodel. Geen provisie op verbruikte stroom, maar een vaste maandelijkse vergoeding. Daarmee bevorderen ze transparantie, maar willen ze ook voorkomen dat iemand baat kan hebben bij een hoger verbruik, zoals bij energiemaatschappijen vaak het geval is. Volledig duurzame energievoorziening is het einddoel.

een jonge, persoonlijke social enterprise

Vandebron is een social enterprise. “Wij zien ondernemen als het middel om de transitie naar een duurzame economie te versnellen. Het trekt duurzame investeerders aan zoals rabobank, het Dutch Greentech Fund, Triodos Groenfonds en het AKEF.” De belangrijkste basis voor het succes is volgens Aart het betrokken team. “Hier werken mensen die het gevoel hebben dat ze ertoe doen en die willen werken aan iets dat zinvol is. Dat geeft veel energie en inzet. Wat wij moeten doen is ruimte creëren voor creativiteit. Met deze inzet van mensen maken we het verschil.” Deze overtuiging is direct te lezen in de reacties van de medewerkers die persoonlijk op internet klanten te woord staan. Waar Vandebron genoemd wordt op internet, vind je persoonlijke reacties van medewerkers. Je leest hoe Jochem op social media vragen van klanten oppakt en doorgeeft. Vaak met begrip, excuses en een duidelijke follow-up. Zo moet het. Het geeft Vandebron een menselijk gezicht. “Bij Vandebron hebben we niet het gevoel dat we aan marketing doen, we betrekken mensen bij de transitie naar duurzaam.”  Dit past bij de organisatie: persoonlijk, open, verbindend, elkaar behandelen zoals je zelf behandeld wilt worden. Vandebron versterkt de link tussen producenten en klanten met de open dagen. Op de koffie bij je producent. Zodat je boer ‘Piet’ in de ogen kunt kijken.

de markt inspireren om te volgen

Wie echter denkt dat Aart ervan droomt dat zijn organisatie de markt overneemt, heeft het mis. “Het laatste wat we willen is een monopoliepositie. Dat zou ongezond zijn. We willen juist andere partijen inspireren met ons model: geen marge maken op energie. En niet investeren in fossiele en duurzame opwek maar juist lokale bronnen faciliteren dat te doen, zoals burgers, coöperaties en bedrijven.” Dat Powerpeers (Nuon) en Engie (Electrabel) hen kopiëren, is een compliment en een goede stap. “Het enige dat steekt is dat ze niet ver genoeg gaan. Als ze ons nu helemaal zouden kopiëren zouden we er gelukkiger mee zijn.” Dat een organisatie die slechts 2,5 jaar actief is, zich onder de Inspirerende 40 schaart is bijzonder. En het is des te meer bijzonder omdat ze naast Triodos de tweede dienstverlener in de lijst zijn. Helemaal knap voor een organisatie die komt uit een sector waarin het gemiddelde vertrouwen lager is dan de bankensector. Het kan wél, zegt Vandebron. En hoe! Zo blijkt.